woensdag 13 april 2011

Zo vreselijk 2010: Blonde Ruiter in Lauwersmeer - Corstiaan Beeke

Omdat er deze week even sprake leek van een stilte voor de voorjaarsstorm (ok, soorten als Vaal Stormvogeltje, Amerikaanse Wintertaling, Draaihalzen, zomerkleed IJsgorzen en een karrevracht Rode Wouwen zijn leuk, maar brengen geen menigtes op de been), hier een bijdrage die we nog op de plank hadden liggen van een Zeeuw die enkele dagen huishield in de ToH in de zomer van 2010.


Blonde Ruiter en meer in de Lauwersmeer! (Corstiaan Beeke)
Wanneer vrouwlief en ik een bestemming zoeken om met onze drie dochters een kampeervakantie door te brengen, spelen altijd meerdere factoren een belangrijke rol. Zo eist mijn vrouw goede voorzieningen en wat speeltoestellen op de camping (nee… voor mijn dochters…), en graag verschillende mogelijkheden voor leuke uitstapjes in de omgeving. Ik op mijn beurt wil zo dicht mogelijk bij een goed vogelgebied zitten. Mijn dochters zijn eigenlijk nog het makkelijkst; zolang zij maar in een slaapzak en in een tent mogen, desnoods gewoon hier in Middelburg.
Blauwborst, Jaap Deensgat, 6 augustus 2010 (CB)

Aanvankelijk was het plan om met het gezinnetje naar mediterrane oorden te vluchten. Pim Wolf had me een gebied in Zuid-Frankrijk aangeraden. Naarmate het tijd werd om echt wat vast te gaan leggen, hadden we nog steeds geen geschikte camping gevonden en zag mijn vrouw steeds meer op tegen de urenlange rit over de ‘autoroute du soleil’. Om kort te gaan: we besloten nogal rigoureus om in het kader van ‘lekker weg in eigen land’ onze tent op de Camping van Lauwersoog op te slaan. Twee jaar geleden hadden we hier ook al een weekje gestaan en dat was goed bevallen. We boekten van 4 tot en met 20 augustus.

Als vogelaar, maar ook als echtgenoot en vader had ik het natuurlijk goed voor elkaar. Ik kon ’s ochtends in principe dagelijks wel een paar uurtjes naar buiten, zonder dat vrouw en kinderen daar de dupe van werden. Voor hen begon de dag toch pas na negen uur… Dan samen ontbijten, overdag lekker met z’n allen leuke dingen doen en ’s avonds af en toe – als het een beetje uit kwam – weer even alleen op pad.
Reuzenstern, Achter de Zwarten, 10 augustus (CB)

Het bleek allemaal prima te werken. De eerste paar avonden bezocht ik de Ezumakeeg en hoewel ik wist wat ik kon verwachten (ik was er op 28-30 juli ook nog), vond ik de vergelijking tussen de aantallen steltlopers (vooral Kemphanen en Bosruiters) hier ten opzichte van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta schrijnend. Ik scoorde al snel enkele typische Lauwersmeersoorten: Reuzensterns, Gestreepte Strandlopers (twee bij elkaar in de noordelijke keeg op 6 aug), Buidelmezen. Erg leuk vond ik de leucistische Huiszwaluw die ik op 6 aug met enkele anderen rond zag vliegen in het noordelijk deel. Die ochtend was ik ook voor het eerst tijdens mijn vakantie bij Achter de Zwarten geweest. Een prachtige plek natuurlijk, zeker tijdens de eerste uren van de dag. Alleen heel erg jammer dat alles zo ver weg zit. Desondanks noteerde hier mooie aantallen steltlopers en verschillende andere leuke soorten, waaronder een ‘out-of the-season’ Kleine Zwaan en de beide Zeearenden. ’s Middags keek zelfs mijn vrouw een keer quasigeïnteresseerd omhoog, toen ik haar twee thermiekbellen met Buizerds aanwees boven de Marnewaard (23 en 11 vogels). Op 9 augustus vulde ik mijn lijstje aan met andere leuke soorten, allemaal op de bekende plekken: Porseleinhoen in het Roodkeelplasje, verschillende Grauwe Kiekendieven, waaronder de beide juveniele vogels bij de proefboerderij en vier Grauwe Klauwieren op de Zoutkamperplaat. Even dacht ik nog zo’n lief jong Grauwe Kiekendiefje mee naar huis te nemen, ze leken wel in de uitverkoop met die afzichtelijke felblauwe en knalroze wingtags… Ik zeg: verbieden die dingen! Diezelfde middag kreeg ik mijn vrouw voor de tweede keer in vier dagen zo gek dat ze door de telescoop keek. Het was dan ook wel een bijzonder schouwspel: de twee Zeearenden waren op grote hoogte pal boven de auto aan het spelen: wat ondersteboven onder elkaar hangen, wat duiken… heel spectaculair!
Rietzanger, Jaap Deensgat, 6 augustus 2010 (CB)

Op 10 augustus stond ik ’s ochtends weer op het uitkijkbultje bij Achter de Zwarten. Het leek weer een standaardbezoekje te worden, met Reuzensterns en Zeearenden, maar de aantallen Bontbekplevieren en Kleine Strandlopers waren beduidend hoger dan enkele dagen geleden. Rond 8.15u bekeek ik recht voor het uitkijkpunt enkele Kleine Strandlopers en Bontbekplevieren die wat dichterbij in het grasland op een drooggevallen stukje slik foerageerden. Opeens zag ik nog vóór deze vogels een steltloper mijn beeld binnenlopen. Met name de kleur van deze steltloper deed meteen een nog vers alarmbelletje rinkelen: Blonde Ruiter! Gedurende mijn vogeltripje van eind juli had ik deze soort nog verschillende keren aan de andere kant van het gebied in de Ezumakeeg gezien. Toen steeds op afstand, maar net zo onmiskenbaar. De Blonde Ruiter liet zich enkele minuten prima zien en ik kon op het gemakje zo’n beetje alle kenmerken afvinken: grootte als Bontbekplevier, mooi rond kopje met donker oogje, een kort en recht snaveltje, okergele borst en buik, op deze afstand een wat grijze mantel met opvallende lichte zomen en gele poten. Ook de habitat was opvallend, maar wel karakteristiek te noemen: het beestje foerageerde op drooggevallen slik en in het gras, maar ook uitsluitend in de buurt van Bontbekplevieren en Kleine Strandlopers, toch vrij typisch voor Blonde Ruiter. Ik ben (buiten Zeeland) niet zo’n fanatieke twitcher, maar wilde deze waarneming uiteraard wel snel doorgeven. Via Thomas Luiten en Rommert Cazemier werd het nieuws snel wereldkundig gemaakt. In de hierop volgende dagen werd de vogel vrijwel dagelijks gezien, en meestal net als op de ochtend van de ontdekking: in gezelschap van Bontbekplevieren en Kleine Strandlopers. Deze Blonde Ruiter was ongetwijfeld de vogel die eerder van 20 juli tot 4 augustus bij de Ezumakeeg aanwezig was. Als we daar vanuit gaan, was dit de tiende keer dat deze soort in het Lauwersmeergebied werd vastgesteld en betekende dit ongeveer het 48e geval voor Nederland. Voor mij persoonlijk was het m’n vierde Blonde Ruiter in Nederland en de eerste die ik zelf vond.

Na deze succeservaring bezocht ik deze unieke plek nog een aantal ochtenden en dat ging niet echt vervelen, met als prettige verrassingen drie Zwarte Ooievaars aan de grond op 12 augustus en een juveniele Witvleugelstern op de 13e en de daaropvolgende dagen. De enige dag dat ik echt even weg wilde uit het Lauwersmeergebied was 16 augustus, maar voor een Groene Bijeneter doet een mens nu eenmaal weleens rare dingen. Ik heb tot op de dag vandaag het missen van deze soort aardig weten te verdringen (ik moest nog 60 km toen ik werd opgebeld dat ‘ie pleite was). Dat verdringen gaat me doorgaans vrij gemakkelijk af en deze dag hielp het ontdekken van vijf Grauwe Franjepoten (persoonlijk dagtotaal van elf exemplaren) daar aardig aan mee… Ook de laatste dagen van mijn verblijf vermaakte ik me prima, maar vogelde ik wat minder. Op 19 augustus had ik wel twee keer een luid roepende Reuzenstern over de tent.
Zwarte Ooievaars, Achter de Zwarten, 12 augustus 2010 (CB)

Op weg naar huis (Zwarte Ooievaar over de auto in Flevoland) heb ik bedongen dat we voorlopig zomervakanties in het buitenland afwisselen met zomervakanties in het Lauwersmeergebied. Terug in Zeeland vond ik al weer dat het in Nederland allemaal wel erg oneerlijk verdeeld was. Op 21 augustus had ik in het Vroon bij Westkapelle weer ‘gewoon’ één Kleine Strandloper, vier Bonte Strandlopers en nul Kemphanen. Maar toen ik bedacht dat er ook fanatieke vogelaars in bijvoorbeeld Drenthe woonden, besloot ik nooit meer te klagen…
Grauwe Klauwier, Zoutkamperplaat, 9 augustus 2010 (CB)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten